vrijdag 31 maart 2017

Dit jaar geen tomaten voor mij.




Woensdag 29 maart 2017.

Het is eind maart. Het was gisteren prachtig lenteweer, het is zelfs warm in de zon. Dus dat was genieten op de tuin. De tulpen staan op het punt te gaan bloeien.


Op facebook zie ik reeds weken de tomaten, pepers en paprika’s groeien.  Vaak onder speciale groeilampen, soms gewoon in een kweekbak in de vensterbank. Sommigen hebben hun hele huiskamer vol staan met kweekbakjes, zaaitrays of potjes. Helaas heb ik dit jaar geen tomaten gezaaid. Half februari ben ik verhuisd en dit maakte dat ik niet de mogelijkheid had om tomaten   te zaaien. Jammer, maar het is niet anders. Ik woon nu 55km van mijn moestuin vandaan. Omdat ik in de buurt van mijn nieuwe woonplaats nog niet aan een tuin kan komen, rijd ik nu 1 keer per week naar mijn tuin. Dit betekend, dat ik ook geen tomatenplanten ga kopen om in mijn kas te zetten, want ik kan niet elke dag op en neer om te dieven, op te binden, te plukken of water te geven. 

Dit jaar gaan we voor de makkelijkere groenten die niet te veel aandacht nodig hebben. Maar ja, mijn aardbeien en asperges stonden er al….. en die willen toch bijna dagelijks geoogst worden.  Ik moet nog even zien hoe ik dat ga oplossen.

Vorige week heb ik met mijn dubbele woelvork of grelinette, een stuk grond losgemaakt. Hier heb ik de uitjes en sjalotten ingeplant en wortelen gezaaid. Ik zet de uitjes voor 2/3 e deel in de grond, maar ze mogen ook geheel in de grond, zo diep als ze groot zijn, met het puntje boven de grond.
Ik zag dat de eersten al beginnen uit te lopen. In juli hoop ik op een mooie oogst. Vorig jaar had ik de pech dat uien na oogsten “leeg liepen”, er liep vocht uit en er bleef niks van over. Ik hoop dit jaar wel mooie uien te kunnen oogsten.
De uitjes heb ik ongeveer 10 cm uit elkaar gezet en tussen de rijen heb ik 25 cm aangehouden.

De sjalotten, die van zichzelf al behoorlijk van formaat zijn, vormen onderaan de bol nieuwe sjalotten en mogen ongeveer voor 2/3e in de grond zodat de nieuwe bollen niet te diep komen.

Tussen de uien heb ik wortelen gezaaid. “Amsterdamse Bak” en “Rote Stumpf” welke ook wel “Berlikumer” worden genoemd.  Een fijne maar wat zachtere winterwortel maar geen echte bewaarwortel. Maar bij mij gaan ze toch in de vriezer, dus dat maakt mij niet uit.  Wortelen  willen geen mest, dat zorgt er voor dat de smaak in kwaliteit terugloopt. In de wasmand in de kas, waar ik in het najaar wortelen had gezaaid, staan de eerste plantjes al een paar centimeter boven de grond en kunnen binnenkort worden uitgedund.


Op ons volkstuinencomplex is de “ongeschreven regel” dat de peulen de week na carnaval de grond in gaan. Maar omdat er vorig jaar veel muizenvraat was bij de peulen, hebben de meesten de peulen in potjes of wc-rolletjes voorgezaaid. Ik heb de peulen en erwten pas vorige week in de volle grond gestopt en niet voorgezaaid.  Ook nu weer ten gevolge van mijn verhuizing. Vier jaar geleden, toen ik op de moestuin begon, was ik ook laat. Ook toen had een verhuizing prioriteit, toch had ik een mooie oogst.  Daar hoop ik dit jaar ook weer op.

Gisteren heb ik weer een groot stuk jn tuin bewerkt met de woelvork. Vorige week heb ik hier de laatste boerenkool en spruiten afgehaald. Stenen en ander ongerief heb ik verwijderd want die zitten straks de aardappelen in de weg. Ik tuinier op zandgrond waar veel kiezels in zitten. Als ik denk dat ik de stenen heb verwijderd, zie ik na de eerste de beste regenbui, dat er weer veel kiezels tevoorschijn zijn gekomen. Op dit stuk van de tuin heb ik bedacht de aardappelen te zetten. Ik pas wisselteelt toe, maar omdat ik dat maar lukraak deed, heb ik nu besloten om voortaan steeds 1 stuk op te schuiven want dat maakt het een beetje overzichtelijker. Ik gebruik het volgende geheugensteuntje voor de wissel teelt:
-        Alle                  - Aardappelen
-        Pesticiden        - Peulvruchten
-        Kunnen            - Koolplanten
-        Beter                - Bladgewassen
-        Vermeden        - Vruchtgewassen
-        Worden            - Wortelgewassen
Doch ik gebruik slechts vier van de zes onderdelen: de bladgewassen als sla en andijvie zet ik tussen de bonen. Vruchtgewassen als tomaat, paprika en peper zet ik in de koude kas. Courgette kweek ik op de composthoop. Ik zet dus wortelgewassen na de kolen. Deze volgen de peulvruchten op welke weer op het aardappelbed komen. Grof gezegd is mijn tuin verdeeld in 8 stukken:
1.      Aardappelen
2.      Peulvruchten
3.      Koolplanten
4.      Wortelgewassen en uien
5.      Aardbeien
6.      Asperges
7.      Bloemen
8.      Terras en koude kas. 

  
Maar terug naar de piepers; aardappelen worden tussen eind maart en de IJsheiligen gepoot. Op facebook zag ik de tip van Trudy Bakker, dat de aardappelen de grond in gaan, naar gelang de sering bloeit: bloeit de sering bijna, dan mogen de vroege aardappelen in de grond. Is de sering bijna uitgebloeid, dan is het tijd voor de late rassen om gepoot te worden. Vroege aardappelen worden geoogst na 90 dagen, de late zijn pas na 130 dagen klaar om te worden gerooid.  Met behulp van de oude aardappelpoter van mijn vader, heb ik gaten gemaakt, telkens 45 cm uit elkaar, en ook 45 cm tussen de rijen. De aardappelplant is een behoorlijke plant en heeft boven de grond ruimte nodig. Als de planten te dicht op elkaar staan, is de kans op Phythophthora, de gevreesde aardappelziekte vele malen groter dan wanneer de planten wat meer ruimte onderling hebben. Sommige aardappelrassen zijn redelijk resistent tegen de aardappelziekte dan nog hebben de planten graag wat ruimte. 

Ik wilde graag “Eerstelingen” hebben, een zeer vroege aardappel met een heerlijke smaak. Helaas kon deze dit jaar niet verkrijgen. Behalve dat ik aan de late kant was met de aankoop van poters, is de slechte oogst van vorig jaar er mede de oorzaak van, dat bepaalde rassen slecht tot nauwelijks te verkrijgen is. Daarom heb ik dit jaar gekozen voor “Gloria”, “Santé” en “Bildtstar”.

“Gloria” is een vastkokende aardappel geschikt voor zand en klei. Deze aardappel is tot en met de herfst te bewaren.”Phythophthora”. 

“Santé” is resistent tegen de "Phythophtora", geschikt voor zowel zandgrond als klei. Deze middelvroege aardappel is een bloemig in de pan en kan goed tot en met maart worden bewaard.

De “Bildtstar”, wiens naam vaak verkeerd wordt geschreven, is een late vastkokende bewaaraardappel. Op kleigrond wordt hij wat melig. Helaas is hij nogal vatbaar voor de aardappelziekte.

 De aardappelen die ik laatst in de supermarkt kocht van het ras “Melody”, bleken er een aantal behoorlijk uit te lopen. Deze heb ik apart gehouden en nu als proef gepoot. Vorig jaar, had ik er een aantal zomaar in de grond gedaan, zonder dat er uitlopers zichtbaar waren. Het resultaat was dan ook bar en boos: er kwam niks op. Nu met deze uitgeschoten exemplaren, hoop ik toch wat te kunnen oogsten over een poos. De “Melody” is een late, kruimige bewaaraardappel. 

Aardappelen behoeven geen mest. Een laag paardenmest in het najaar aangebracht op de grond waar de aardappelen komen is voldoende. Patentkali of Vinassekali zorgt voor een mooie knolvorming dus dat ga ik binnenkort wel toedienen. Omdat ik nog poters over had, heb ik nog 2 rijtjes vroege aardappelen gezet op de grond waar de kolen gaan komen. Ik hoop dat ik de aardappelen op tijd kan rooien zodat de grond dan weer voor de late kolen vrij komt.

De grond waar de kolen moeten komen, heb ik reeds losgewerkt. Er stonden nog wat flinterdunne winterpreitjes, die heb ik mee naar huis genomen en verwerkt in een heerlijk wokgerecht samen met de bladeren van de in bloei geschoten chinese kool die nog in de kas stond. 











Van de bietjes die ik afgelopen herfst heb geoogst, heb ik toen wat sprietjes laten staan.


Nu hebben deze kleine plantjes fris nieuw blad en ben ik benieuwd of daar nog bietjes aan gaan komen. Ik laat ze voorlopig staan, ik kan de blaadjes altijd nog verwerken in een wokgerecht.

De tuinbonen die ik vorig jaar in de koude bak heb gezet, staan reeds in bloei. De koude bak heb ik er laatst al weggehaald, dus de tuinbonen staan nu open en bloot. De tuinbonen die ik een vorige week heb bijgelegd, beginnen al een groene spriet te vertonen.

De koude bak biedt sinds vorige week plaats aan een vijftal slaplanten die ik in november in de koude kas in kweekbakjes had gezaaid. Ook heb ik er radijs in gezaaid vorige week. Er staat nu een mooi fijn groen rijtje plantjes te lonken naar de zon die door het halfgeopende bovenraam de koude bak verwarmt. Aangezien de nachttemperatuur volgens de voorspellingen de aankomende week niet onder de 7 graden daalt, heb ik de bak open laten staan. Ik denkt dat dit moet kunnen, anders heb ik pech. 

Volgende week staat er andijvie op het menu, want de kroppen in de koude kas, hebben ondanks dat ze rattenvraat en muizenbeten moesten overwinnen, een dusdanig formaat gekregen, dat het tijd wordt om te worden gegeten voordat ze doorschieten.



Het is intussen vrijdag 31 maart geworden. Omdat ik vandaag in mijn oude woonplaats in het ziekenhuis een controle-afspraak had, was het logisch dat ik mijn “tuintas” ging inpakken en meenemen om door te rijden naar mijn moestuin. In die tuintas gaat een thermoskan met kokend water om thee of oploskoffie te maken, schone kopjes en lepeltjes. Een trommeltje met boterhammen, wat fruit en mijn fototoestel. Thee en oploskoffie bewaar ik in afgesloten bakjes in mijn tuinhuisje. 

Omdat de waterpomp die ouderwets met een zwengel handmatig wordt bediend, weer is aangesloten heb ik vandaag de waterton gevuld. Een pittig karweitje met dit warme weer. Omdat het water dat uit de grond wordt opgepompt ijskoud is, zorgen we er steeds voor dat de ton is gevuld zodat het water een beetje op temperatuur is. We delen de pomp met 4 tuinen: water uit de ton pakken betekend de ton weer bij vullen.

Voor de koolplantjes heb ik vandaag een kooi gemaakt. Deze kooi moet de kolen beschermen tegen de vraatzuchtige koolduiven die rijkelijk in de omliggende houtwallen aanwezig zijn. In 1 nacht tijd kunnen ze al je kolen kaal vreten. Ik heb vier houten geraamtes met gaas. Ook de onderdelen van een oud stapelbed worden voor de kooi gebruikt naar gelang ik de grootte wil aanpassen. Over de kooi gaat een net zodat mijn koolplantjes beschermd staan.

Ik heb vandaag rode kool, spitskool en broccoli in de kooi geplant.

In de koude kas heb ik kolen en courgette gezaaid in zaaitraytjes:

·        Bloemkool “Fargo F1”
·        Boerenkool “Reflex F1”
·        Spruiten “Igor F1” en "Huizer laat" .
·        Gele Courgette waarvan ik het ras niet weet omdat dit niet meer op het zakje stond
·        Groene Courgette “Black Beauty”.   










Daarnaast heb ik ook nog wat bloemen gezaaid vandaag: Oosterse Papaver, Nicotinia, Afrikaantjes en een zakje met een bijenmengsel.
De Afrikaantjes worden later tussen de wortelen en uien uitgezet samen met goudsbloemen. Omdat deze laatste elk jaar rijkelijk overal in de tuin opduiken, heb ik die niet speciaal gezaaid maar steek ik ze volgende maand her en der wel uit en zet ze op de plaatsen waar ik ze wil hebben. 

Verder heb ik de aardbeien voorzien van water. Volgende week ga ik stro tussen de plantjes leggen zodat de aardbeien straks mooi droog op het stro komen te liggen. Ook bij de peulen en erwten heb ik een flinke gieter water uitgegoten. De erwten komen nog niet op, maar de peultjes steken heel voorzichtig hun groene kopje boven de grond uit. Dat gaat helemaal goed komen.

Ik had mezelf voorgenomen om tegen half 4 weer naar huis te gaan en omdat ik nog wat tijd over had, heb ik aan de buitenkant van mijn hekwerk even geschoffeld. Daarna ben ik nog even gaan shoppen: beendermeel en vinassekali. Dat ga ik binnenkort over de tuin verdelen.
Vinassekali of kalium heeft de volgende eigenschappen:
·        bevordert de stevigheid van de plant
·        bevordert de vorming van wortels en knollen
·        bevordert de vorming van vruchten
·        vermindert de gevoeligheid voor droogte en vorst
·        verhoogt de weerstand tegen schimmelziekten
Beendermeel wordt 1x per jaar, in het begin van het seizoen toegepast. Het bevat veel Fosfor. Dit bevorderd de wortelontwikkeling en de knolvorming. Beendermeel is een langwerkende basisbemesting. 

De maand maart zit er op. April komt er aan en is steevast een drukke maand in de moestuin.